Rubriek Man / Vrouw
Verhaal: maandelijkse rubriek over de verschillen tussen man en vrouw op het water
Verschijnt in: maandblad Motorboot
‘Ik wil niet inleveren op een huis’
Man en vrouw ervaren zaken vaak toch net even op een andere manier, op het water is dat niet veel anders. In de rubriek M/V legt Motorboot zeven vragen voor aan man en vrouw die samen een motorboot hebben. Deze keer: Evert Stel (61) en Inge de Graaf (57) met hun ex-loodsboot Meander V die ruim vier maanden per jaar in Marina Monnickendam ligt.
Wat gaf voor u de doorslag bij de keuze voor deze boot?
M: “We wilden definitief op een boot gaan wonen. In Franeker hadden we deze ‘gele banaan’ zien liggen. Deze ex-loodsboot, die na een aanvaring was afgekeurd, heeft een stoer smoelwerk, ontworpen door Camarc Design, en is zeewaardig. De boot combineert degelijkheid met comfort.” Lachend: “Sinds we dit schip hebben, kijken we niet meer naar andere boten om.”
V: “Ik zag niet direct dat er voldoende ruimte kon worden ingebouwd om in deze boot te gaan wonen. Door de tekeningen van Evert zag ik die mogelijkheden wél. Ik wil graag op een boot wonen, maar ik wil niet inleveren. Als ik een huis ga missen, wordt het een probleem. Maar de Meander V heeft na de ombouw alles; een ruime kuip, ruimte in de boot, comfort. En ik hou ook van de stoere uitstraling.”
Waar vaart u het liefst naartoe?
V: “Ik vaar graag naar Denemarken. Dan varen we door het Kielerkanaal dat de Noordzee met de Oostzee verbindt. Als we het kanaal uit zijn, is het water zo helder. Je ziet vissen en kwallen door het water heen. Scandinavië is prachtig. Veel dorpjes hebben een haventje en kleurrijke huisjes, zoals Ærøskøbing. Ik zeg wel eens ‘waarom hebben we in Nederland niet van die huisjes, dan zou iedereen veel vrolijker zijn’. ”
M: “Ik vaar graag op de Oostzee richting Denemarken. Daar heb je alle ruimte. En je wordt niet gek van de regelgeving. Als ik naar Terschelling vaar, komt er regelmatig een karavaan van handhavers achter ons aan. Van Politie tot Douane, van Marechaussee tot Rijkswaterstaat. De betutteling is in mijn ogen te ver doorgeschoten. Toezicht is goed, maar het moet in balans blijven. In Denemarken hebben we zelden handhavers gezien, daar gaan de mensen veel relaxter met elkaar om.”
Met welk gezelschap gaat het u het liefst varen?
M: “We hebben vaak een ernstig zieke passagier met zijn of haar familie aan boord. Vanuit de stichting Vaarwens regelen wij, samen met vrijwilligers, dat zij er nog één keer samen een dag helemaal uit kunnen. Je ziet de mensen genieten, de meesten stappen in een nieuwe wereld en vergeten even hun zorgen. Dat zijn geweldige ervaringen, al zijn ze ook intensief.”
V: “We zijn vaak op pad voor stichting Vaarwens. De weekenden zijn voor familie en vrienden. We hebben dan eigenlijk altijd wel aanloop. Als we geen aanloop willen, dan gaan we voor anker. Dan weet ook iedereen dat we onze rust nodig hebben. Als we met zijn tweeën zijn, hoef je even niet te zorgen. Die tijd heb je ook nodig om weer op te laden.”
Wat is de rolverdeling aan boord?
V: “Ik kook graag, ook voor de gasten. Verder doe ik de boodschappen en de was, en maak ik de binnenkant schoon. Heel traditioneel eigenlijk. Ik heb mijn Vaarbewijs 1 en 2, maar Evert vaart eigenlijk altijd. Ik weet dat hij het roer niet graag uit handen geeft. Ik heb de papieren. Als het nodig is, kan ik in principe ons schip veilig de haven in loodsen.”
M: “Mijn grootste genoegen is om ons schip te besturen dat ik zelf heb gebouwd. Inderdaad geef ik het roer liever niet uit handen. Ik wil koste wat kost schade voorkomen. In een overvolle haven parkeer ik ons schip gemakkelijk op een plekje zo klein als een postzegel. Dat vind ik kicken. Ik ben verder van het onderhoud, maak de buitenkant schoon en zorg dat we altijd water, stroom en internet aan boord hebben.”
Wat was het spannendste moment aan boord?
V: “Dat was in 2003. Het schip was net klaar. Tijdens onze maidentrip kwamen we op het Veerse Meer plotseling met een harde klap tot stilstand. ‘Nu gaan we zinken’ was het eerste dat ik dacht. We voeren buiten de boeien. De kiel liep tegen een zandbank aan, waar pijpleidingen onder lagen. Uiteindelijk bleek er niets aan de hand. Maar we waren allebei enorm geschrokken.”
M: “We waren in Denemarken toen een motor aan de kook raakte. We moesten op één motor verder varen. Vanwege de harde wind en rotsen konden we niet voor anker gaan. Het filter bleek te zijn verstopt door een enorme prop gras. Het kostte een half uur om dit te verhelpen. Het zweet stond op mijn voorhoofd. We hadden vlak daarvoor in een grashaven gelegen. Ik heb hiervan wel geleerd om op tijd het filter te checken en schoon te maken.”
Aan welk bijzonder moment denkt u met plezier terug?
M: “De eerste oversteek over de Oostzee met dit schip. Het stormde, overal schuimkoppen op zee. Ons schip gedroeg zich fantastisch. Dat was een belangrijke test. Ik ben een controlefreak, het was een machtig gevoel dat je eigen creatie doet wat het moet doen.”
V: “Dat de jongste zoon van Evert en zijn vriendin samen met mijn zoon Mark met ons meevoeren op een zeilboot. Ze hebben een dag met ons meegezeild. Aan het einde van de dag hebben we samen heerlijk gegeten in de haven van Hoorn. Ik deel graag met anderen, ik vind het heerlijk als alles in harmonie verloopt.”
Als geld geen rol zou spelen, wat zou uw droomboot zijn?
M: “We zagen eens in Elburg een superjacht liggen met een dubbel dek. Op die ruime boot zou Inge ook haar atelier kunnen inrichten. ‘Zou je willen ruilen?’ vroeg ik als grap. Ik wist het antwoord al.”
V: “Iedere keer als ik kom aanlopen, denk ik ‘wat hebben we een mooi schip.’ Je ziet nergens een boot zoals wij hebben. Voor mij zijn veel boten hetzelfde, maar deze herken ik altijd direct.”