Interview Rijkshavenmeester
Verhaal: interview met nieuwe Rijkshavenmeester en directeur Centraal Nautisch Beheer Marleen van de Kerkhof
Verschenen in: editie Zeehavens Amsterdam
‘Je moet elkaar kennen’
Als nieuwe Rijkshavenmeester en directeur van het Centraal Nautisch Beheer is Marleen van de Kerkhof verantwoordelijk voor de publieke taken binnen het Noordzeekanaalgebied. In die rol voelt zij zich thuis. Een kennismaking. Tekst: Lisette Vos
Acht jaar werkt Marleen van de Kerkhof (40) voor het Havenbedrijf Amsterdam, de laatste vier jaar als manager marketing en projectmanagement binnen de commerciële tak van de haven. Met ingang van 15 september is zij Rijkshavenmeester en directeur van het Centraal Nautisch Beheer (CNB). Dat betekent dat zij verantwoordelijk is voor de publieke taken in het Noordzeekanaalgebied. Kort samengevat: een vlotte, veilige en duurzame afwikkeling van het scheepvaartverkeer.
De overstap van de afdeling commercie naar de publieke tak is voor Van de Kerkhof geen grote overgang. Sterker nog: in haar nieuwe functie binnen het Havenbedrijf voelt zij zich thuis. ´Je kan de haven nog zo mooi verkopen, zonder veilige haven ben je nergens. Veiligheid is het fundament voor het werk in de haven. Ik zet mij graag met onze partners in de havenregio in voor de publieke zaak. Voor mij is dat heel zuiver. Op veiligheid kan je niet afdingen.’
Geen grenzen
Om die veiligheid te waarborgen zoekt Van de Kerkhof nog meer de samenwerking tussen de ketenpartners in de Veiligheidsregio´s binnen haar werkgebied. Het Noordzeekanaalgebied strekt zich uit van 24 mijl buiten de kust van IJmuiden tot aan de Oranjesluizen in Amsterdam. Eén van haar ambities is om dit gebied als één veiligheidszone te zien. ‘Bij een calamiteit moet je samen één lijn trekken en geen last hebben van grenzen. Je moet goede afspraken maken en weten wie welke verantwoordelijk heeft.’
In aanloop naar het vijfdaagse evenement SAIL 2015 heeft haar voorganger Janine van Oosten al op die samenwerking ingezet. Rijkswaterstaat, Veiligheidsregio’s, politie, brandweer en GHOR: alle betrokken partners in de regio werkten samen in één team. De jarenlange voorbereiding betaalde zich uit: de organisatie kijkt terug op een geslaagd evenement. Van de Kerkhof: ‘We hebben de samenwerking tijdens SAIL in een geplande situatie kunnen testen. Maar daarmee zijn we er nog niet. We moeten ook goed kunnen samenwerken als een incident zich onverwacht voordoet.’
Verbinder
Ook met de vier gemeenten binnen het Centraal Nautisch Beheer én met de Divisie Havenmeester van het Havenbedrijf Rotterdam wil Van de Kerkhof de samenwerking intensiveren. Om de veiligheid te blijven waarborgen, efficiënter te werken en de scheepvaart beter van dienst te kunnen zijn. Als verbinder ziet zij een mooie taak voor haar weggelegd. ‘Ik zie kansen voor verbetering. Ik vind het belangrijk om met alle partners het gemeenschappelijk belang te vinden. Daarvoor moet je weten wat de ander bezighoudt. Je moet elkaar kennen en niet alleen aankloppen als je iets nodig hebt. Dat werkt niet.’
Niet voor niets heeft Marleen van de Kerkhof een kennismakingstoer door haar werkgebied gemaakt. Ze voer onder meer mee op een tender van het Loodswezen en kreeg een rondleiding in de zeehaven IJmuiden – met als hoogtepunt de visafslag. Ook nam zij ruim de tijd om de operationele activiteiten van de Divisie Havenmeester te leren kennen: de verkeersleiding en sluisbediening in IJmuiden én de inspecties aan boord van zeeschepen en patrouillevaartuigen. ‘Het werk in de operatie gaat 24 uur per dag 7 dagen in de week door. Als alles goed gaat, valt dat werk velen niet op. Ik was onder de indruk van de passie van de mensen voor hun werk.’
Geen drempel
Saai zal het werk in het dynamische havengebied nooit zijn. Binnenkort start de aanleg van de grootste zeesluis van de wereld in IJmuiden. Een ander actueel thema is de discussie over de brug over het IJ die het centrum van Amsterdam met Noord moet verbinden. Volgens de havenmeester is daar het laatste woord nog niet over gezegd. ‘Het IJ is een cruciale vaarweg in het Europese netwerk. Zie het als een snelweg voor de scheepvaart. Daar moet je geen drempel leggen. Al is het in dit geval niet makkelijk om het gemeenschappelijk belang te vinden, ik vind het belangrijk om in dialoog te blijven met de betrokken partijen, zoals de gemeente. We moeten het belang van een veilige en vlotte doorgang van het nautisch verkeer voor het voetlicht blijven brengen.’
Lees het interview in Zeehavens Amports, pagina 43 en 44